Retro: Halusa is de koning van de Historic Grand Prix op Zandvoort

Met een perfect weekend kroonde Lukas Halusa zich tot de koning van de Historic Grand Prix op Zandvoort. De in Nederland woonachtige Oostenrijker won beide F1-races voor auto’s uit het 3-liter-tijdperk en gaf daarmee de vaste topcoureurs in de Masters Racing Legends het nakijken. Halusa mocht dan het hoogtepunt op het programma hebben gedomineerd, maar hij won niet de meeste wedstrijden. Die eer ging naar David & Olivier Hart, die maar liefst drie overwinningen en een klassezege konden bijschrijven tijdens een evenement dat stijf stond van de hitte, maar op zondag een verkoelende regenbui kende.

Halusa is een voormalig kampioen in de pre-78-klasse van de historische F1, maar doet dit jaar maar één keer mee aan de Masters Racing Legends. Hij koos daarvoor zijn ‘thuiswedstrijd’ – het is immers niet ver reizen vanuit Amsterdam en bovendien blijft het circuit van Zandvoort een uitdagende baan. De jonge Oostenrijker maakte van de gelegenheid gebruik om zijn nieuwste aanwinst te debuteren: de Brabham BT49C die ooit van Bernie Ecclestone was en in handen van Joaquin Folch het historische F1-kampioenschap van 2012 veroverde.

In de kwalificatie zette Halusa de auto meteen op pole, de perfecte uitgangspositie voor de eerste wedstrijd op zaterdag. Die domineerde hij vervolgens van start tot finish. Op zondag moest hij vanaf de zesde plek komen vanwege de gedeeltelijk omgekeerde grid voor de eerste zes van zaterdag, maar met besliste inhaalacties sneed hij door het veld, totdat de safety car naar buiten kwam. Daardoor maakte hij in één keer een gat van ruim vier seconden op leider Mike Cantillon goed. Bij de herstart met nog twee ronden te gaan, wist Halusa de Williams FW08 meteen te passeren, nadat de twee zij aan zij uit de Hugenholtzbocht kwamen en gelijk op naar het Scheivlak omhoog reden. Pas daar gaf de Ier zich gewonnen. Halusa was er na afloop van overtuigd dat hij ook zonder de safety car Cantillon had achterhaald, zo goed voelde hij zich in de kampioensauto van Nelson Piquet.

Achter Halusa streden de vaste klanten van het kampioenschap om de resterende punten die in de titelstrijd belangrijk zijn. Na twee overwinningen in twee weekenden moest Warren Briggs (McLaren M29) genoegen nemen met een vierde en vijfde plaats, maar Cantillon en regerend kampioen Matt Wrigley (Tyrrell 011) konden daar niet echt van profiteren. Ze hadden immers ook nog te maken met de teruggekeerde Nick Padmore. De viervoudig kampioen kwam pas voor het eerst dit jaar in actie, in de Lotus 87B waarin Marco Werner de afgelopen jaren streed, en kaapte meteen een tweede en een derde plaats weg. Cantillon werd zesde en tweede, terwijl Wrigley na zijn derde stek van zaterdag een uitvalbeurt mocht bijschrijven na een gebroken achterwielophanging.

Via een vierde plaats algemeen reed Andy Soucek op zaterdag naar de winst in de pre-78-klasse in de daarvoor mooist denkbare auto: de Hesketh 308 waarmee James Hunt precies 50 jaar geleden de GP van Nederland op zijn naam schreef. Soucek vond het een eer dat hij op deze wijze een hommage aan zijn held kon brengen. Op zondag domineerde de Spanjaard de klasse opnieuw, maar de Hesketh haalde het einde niet. Daardoor kreeg Jann Mardenborough de klassewinst in de schoot geworpen. De jonge GT-coureur voelde zich helemaal tot leven komen in de March 741 die ooit van Reine Wisell was geweest, zo zei hij na afloop.

In de twee HGPCA-races voor F1-auto’s tot 1966 was de aandacht van het Nederlandse publiek vooral gericht op Michel Kuiper. Met zijn Brabham BT4 behoorde hij tot absolute favorieten, al was het bijna niet zover geweest na een crash op Dijon die om een haastige reparatieklus van zijn team vroeg. Helaas ging het in de eerste race al na drie ronden opnieuw mis, maar nu met de nokkenas van zijn motor. Om toch voor zijn thuispubliek te kunnen rijden, leende Brian Jolliffe zijn Cooper T45/51 aan Kuiper uit. Die genoot van zijn opmars door het veld, die van de 28e naar de 13e plaats voerde. De laatste ronden reed Kuiper zij en zij met de Lister-Jaguar ‘Monzanapolis’ van Rod Jolley, de man die hem in de wereld van de pre-66 F1 trok. Zo eindigde zijn weekend toch met een hoogtepunt.

Beide wedstrijden gingen naar de Cooper T53 van Will Nuthall, maar de doorgaans beste coureur van het veld kreeg de zeges niet cadeau. Vooral in de tweede race bleven Rüdi Friedrichs (ook Cooper T53) en Tim Child (Brabham BT3/4) hem op de hielen zitten. John Spiers was intussen oppermachtig in de klasse voor de auto’s met de motor voorin: niemand kon tippen aan zijn Maserati 250F. Op zondag werd de race opgeschrikt door startongeluk waarbij de BRM P261 van Graham Adelman na het uitkomen van de Tarzan op zijn kop in de grindbak belandde. Het zag er akelig uit, want de rolbeugel van de BRM groef zich in, zodat de medische dienst de Amerikaan uiterst voorzichtig uit zijn auto bevrijdde. Uit voorzorg werd Adelman naar het ziekenhuis afgevoerd, maar hij was de hele tijd bij bewustzijn en al snel volgde het bericht dat hij het goed maakte.

In de F1 Time Attack stond er eveneens een Nederlander in het middelpunt. Met zijn Jaguar R5 hield Klaas Zwart zijn tegenstand eenvoudig onder controle, om vervolgens met 1.23.876 veruit de snelste ronde van het hele weekend te noteren. Ter vergelijking: de poletijd van Halusa in de Brabham bedroeg 1.33.004. Daarmee was hij overigens wél sneller dan diverse Time Attack-deelnemers in hun Dallara’s uit de GP2 of de World Series by Renault.

Onder die tijd van Halusa dook ook Alexander Müller niet, die samen met Matteo Ferrer de Corvette Daytona Prototype deelde die beide Masters Endurance Legends-wedstrijden winnend voltooide. Door een vroege uitvalbeurt van David & Olivier Hart in de bloedsnelle Renault RS01 GT3 viel hun belangrijkste tegenstand weg, maar de safety car werd een nieuwe tegenstander: die deed vrijwel alle voorsprong ongedaan die Ferrer had opgebouwd en die nodig was om de langere pitstop (omdat Ferrer en Müller beide een Silver-status hebben) teniet te doen. Na de pitstop kwam Müller ver achter Cor Euser op de baan, die nu de leider was in zijn Marcos Mantara LM600evo. De Duitser moest vervolgens alles uit de kast halen om Euser in de laatste ronde te passeren. De dag erop bleef de safety car uit, maar Hart & Hart bleven rijden! Daardoor werd het op het laatst net zo spannend, al had Ferrer – die nu de tweede stint deed – net iets minder tijd nodig om de kop te heroveren.

In de Masters GT Trophy die gelijktijdig werd verreden, wonnen Jac & Ties Meeuwissen twee keer op de baan. Ze mochten echter maar één overwinning houden, omdat Meeuwissen Sr op zaterdag tijdens de pitstop niet de motor had uitgezet en daarvoor een tijdstraf kreeg. Zo konden Neil Glover en Luke Reade in hun Lamborghini Gallardo GT3 de overwinning opstrijken. De volgende dag maakten de Meeuwissens het goed en wist Meeuwissen Jr in de voorlaatste ronde Glover te verschalken.

In de Masters Sports Car Legends hadden David & Olivier Hart het rijk alleen. In een bescheiden veld was hun Lola T70 Mk3B zó veel sneller dan de rest dat zij beide races als een trainingsrit konden beschouwen. Hart Sr vertelde na afloop dat hij het exact zo opvatte en met opzet bochten in verschillende versnellingen nam om daarvan te leren – en zo nog beter voorbereid te zijn op de Le Mans Classic over twee weken. Dat evenement was voor een belangrijk deel ook de reden voor de lage opkomst.

In de Formule 2-races duelleerden James Lay (March 762) en Wolfgang Kaufmann (March 782) om de overwinningen. Op zaterdag won de Brit, op zondag draaide de Duitser de rollen om. Matthew Watts (March 772) zat beide dagen op het vinkentouw, maar kon alleen in de eerste race de resterende podiumplek bemachtigen. Op zondag viel hij door een tijdstraf voor inhalen onder de safety car terug naar de vijfde plaats. Hij verloor daar overigens het podium niet mee, want dat had Manfredo Rossi (March 762) al op eigen kracht veroverd. Julian Stokes maakte er in de 1600cc-klasse vijf uit vijf van in zijn Brabham BT30, maar op zondag werd zijn zegereeks doorbroken door een diskwalificatie. Zo ging de klassewinst naar Jeremy Caine in de March 712. In de gelijktijdig verreden Derek Bell Trophy van de HSCC, waarin ook F5000’s en Atlantics mogen deelnemen, was Tom Smith (March 74B) twee keer niet te stuiten.

Deze keer stond er niet één keer, maar zelfs twee keer Formule 3 op het programma. In de F3 Interseries voor F3’s uit de latere jaren zeventig en begin jaren tachtig voegde Davide Leone (March-Toyota 793) een tweeslag toe aan zijn dubbel op Brands Hatch. Opnieuw was Rossi (Ralt-Volkswagen RT3) daarbij de snelste tegenstander die het onderspit moest delven. Onze landgenoot Patrick Andriessen (Ralt-Alfa Romeo RT3) deed beide keren goed van voren mee, maar liep twee keer het podium net mis: de Nederlander werd zesde en vierde. Bij de ‘screamers’ uit het 1000cc-tijdperk – naar Nederland meegenomen door de HSCC – was Peter de la Roche twee keer de beste. Zijn Alexis Mk17 versloeg op zaterdag de Brabham BT21B van Jason Timms en de Pygmee F3 van Ludovic Ingwiller, waarna De la Roche op zondag de de Merlyn Mk14A van Ross Drybrough en de Tecno 169 van Roland Fischer op afstand reed.

Ook de Masters Gentlemen Drivers en de Masters Pre-66 Touring Cars werden gelijktijdig verreden. Voor de toerwagens bleef het nog net droog, maar de GT’s kregen aan het slot de enige regenbui van het weekend op hun dak – en vooral op hun wegdek. De Ferrari 250 GTO ’64 van Alexander van der Lof en Yelmer Buurman had net de kop overgenomen van de Shelby Cobra Daytona Coupé van David & Olivier Hart, maar Hart Jr kon beter met de natte omstandigheden uit de voeten dan Buurman, die het beste van zijn banden had gevergd. Zo reed de jonge Hart weg bij zijn landgenoot, na een duel dat al hun hele stint had geduurd. Vóór de rijderswissels hadden Van der Lof, Hart Sr en John Spiers in de TVR Griffith het al voortdurend met elkaar aan de stok gehad.

De AC Cobra van Bram Bontrup en de Chevrolet Corvette Grand Sport van Michiel Campagne/Allard Kalff maakten er een volledig Nederlandse 1-2-3-4 van. Ook zij profiteerden van de regen door op het laatst nog voorbij te steken aan de twee snelste Lotus Elans van Peter Reynolds/Daniel Quintero en Alexander Schlüchter. Rob & Jop Rappange werden 13e in hun Porsche 904 en wonnen daarmee de C1-klasse, Wim Kuijl kwam in zijn Aston Martin DB4 als 14e over de streep, gevolgd door vader en zoon Meeuwissen in hun pas aangekochte Shelby Cobra Daytona Coupé. Jacques Smeer en Jasper Izaks werden 17e in hun Mustang GT350, na een duel met Shelby-genoten Chris Jolly en Steve Farthing.

Bij de toerwagens had Reinier van Abbe de pole gepakt, maar in de race trokken Robert Ross en Matt Johnson in een andere Mustang het initiatief naar zich toe – of beter gezegd: Van Abbe liet hen het initiatief, want hij kreeg twee keer met de officials te maken: één keer voor inhalen onder geel, één keer voor een te late verplichte pitstop. Desondanks was een tweede plek zijn deel. Dante Rappange schitterde intussen door zijn Mini Cooper S’je naar een derde plaats algemeen te sturen.

Nog veel meer toerwagengeweld was te aanschouwen bij de twee lokale series op het programma. De SuperSixties hadden dit jaar hun plek opgegeven om samen met de HARC het halve-eeuwfeest te vieren tijdens de Historic Zandvoort Trophy, dus maakte de Belcar Historic Cup zijn debuut op Zandvoort. Met één gemeenschappelijke noemer: het Zeeuwse kaasbedrijf St. Paul is sponsor van zowel HARC als Belcar.

De St. Paul-coureurs kwamen op beide grids bovendien toonaangevend aan de bak: Samuel Verheggen domineerde twee keer het NK HARC 82-90 met zijn Mercedes 190 2.5 16V in DTM-uitvoering, daarbij twee keer de gebruikelijke dominante kracht in het kampioenschap – de BMW E30 325i van Pieter Bikker – achter zich latend. Een zelfde BMW van Shirley van der Lof/Yelmer Buurman werd op zondag derde en op zaterdag feitelijk ook, want de Porsche 944 van Jeroen van Breda reed buiten mededinging mee.

In het Belcar namen St. Paul-broers Wim en Tim Kuijl het in hun Ford Capri en BMW E36 325i op tegen Erik Qvick in de BMW E36 GTR, terwijl ook Verheggen meestreed om een topklassering. Wim Kuijls Capri was twee keer niet bij te benen, maar Qvick en Verheggen schoven op zondag elk een plekje op toen Tim Kuijls E36 het na vier ronden liet afweten. Achter de Kuijls was er meer dan voldoende extra Nederlandse aanwezigheid in het Belgische veld: Frits Campagne streed mee in een Volvo 240 Turbo, Ton van Kuijk had zijn Alfa Romeo Giulia Sprint ingeschreven, Vick Schuijlenburg deed zowel 82-90 als Belcar in de Porsche 944 2.5 en Audrey van Ham deed namens St. Paul ook mee met een Capri. Coen Vink reikte op zaterdag het hoogst door achtste te worden in zijn BMW 528. Opmerkelijkste verschijning was echter Jasper Izaks, die zijn oude Citroën Saxo uit de mottenballen had getrokken en op zondag tussen het Ford- en BMW-geweld naar een 15e plaats reed.

De grote demo’s van BMW en Porsche behoren op de Historic Grand Prix tot het verleden, maar daar stond genoeg lokaals tegenover dat bijzonder genoemd mocht worden. De tribunes en de paddocks bleven dan ook goedgevuld. Hoogtepunt was ongetwijfeld de presentatie van twee auto’s van Gerrit van Kouwen: de JQF Ford Sierra RS500 uit zijn Britse toerwagentijd, maar vooral de Lola T644E waarin hij in 1984 de meest dominante overwinning op het Formule Ford Festival wist te behalen. Het was een prachtig eerbetoon aan Van Kouwen, die begin vorig jaar veel te jong kwam te overlijden. De demonstratie werd bijgewoond door zijn weduwe Suzy en zijn jongere broer Martin, terwijl ook Gerrits beste racemaatje Kees van de Grint van de partij. Diens zoon Corné mocht de Lola over het circuit sturen.

Ook de Dutch Vintage Sports Car Club was als vanouds van de partij met zijn Vintage Revival. Hun vooroorlogse auto’s trokken veel bekijks – en ook vele oren – tijdens een reeks demonstratieritten in het programma van zaterdag en zondag.

Veel meer indrukken van achter de schermen volgen later deze week in maar liefst twee keer de ‘Groeten uit Zandvoort’.

Alle uitslagen op een rij

Tekst en foto’s: Mattijs Diepraam

Dit artikel werd gepubliceerd door Autosport.nl op maandag 23 juni 2025

Volgende
Volgende

Beelden St. Paul-ERU Race Café